Html

In een laboratorium wordt de pH-waarde (zuurgraad) van vloeistof in een tank gemeten. Twee laboranten doen metingen. Je ziet hier de resultaten.

De gemiddelden van deze metingen verschillen niet veel.
Maar de standaarddeviaties lopen wel wat uiteen, je vindt:

  • Laborant A: en .
  • Laborant B: en .

Toetsen van het gemiddelde, of betrouwbaarheidsintervallen voor de schatting van het populatiegemiddelde opstellen kun je met de -verdeling doen. Je zegt dan iets over de juistheid van je metingen.

Maar om vast te stellen of laborant B significant minder precies is dan laborant A gebruik je een verdeling die is bedacht door de Britse statisticus Ronald Fisher (1890 - 1962) en daarom de -verdeling heet. Daarbij gaat het om relatieve percentages die horen bij de grootheid:

waarin en de standaardafwijkingen zijn van twee metingen van dezelfde grootheid. Daarbij is altijd .

Je kunt er de -toets voor standaardafwijkingen mee uitvoeren.
Daarbij is:

  • : (beide standaardafwijkingen verschillen niet);
  • : (beide standaardafwijkingen verschillen) of : .

Hierbij bestaat een -tabel waarin je de grenswaarde van kunt opzoeken bij een gegeven betrouwbaarheid en de steekproefgroottes van de metingen A en B. Bij A hoort een vrijheidsgraad bij steekproefgrootte . Bij B hoort een vrijheidsgraad bij steekproefgrootte . In de gegeven tabel is de betrouwbaarheid %.

Opdracht
Opdracht
Annuleren