Als je met behulp van twee series metingen A en B een bepaalde grootheid wilt vaststellen, krijg je bij A een steekproefgrootte , een gemiddelde met standaardafwijking en bij B een steekproefgrootte , een gemiddelde met standaardafwijking .
Met een f-toets kun je de precisie van beide metingen vergelijken. Neem aan , dan toets je
Daarbij gebruik je de -verdeling
omdat .
Meestal neem je een betrouwbaarheid van % en daarbij hoort deze -tabel.
Je kunt ook de juistheid van beide series metingen vergelijken. Daartoe gebruik je een -toets, zie Voorbeeld.