Html

In een laboratorium wordt de hoeveelheid eiwit in eiersalade gemeten. Van een bepaalde fabrikant worden kuipjes eiersalade onderzocht. Er gaan drie laboranten mee aan het werk. Van dezelfde kuipjes meten ze onafhankelijk van elkaar het eiwitgehalte. Je ziet hiernaast de resultaten.

Je wilt deze resultaten kunnen vergelijken. Zo is dat nogal lastig, zeker als de datasets groter worden. Een manier is het gebruik van frequentietabellen en diagrammen. Maar je kunt ook werken met centrummaten. Dan vat je de meetgegevens met één getal samen.
Er worden drie van die centrummaten gebruikt:

  • de modus: de meest voorkomende waarde (bij een klassenindeling zeg je: modale klasse);
  • de mediaan: de middelste waarde als de gegevens op volgorde van grootte staan;
  • het gemiddelde: alle waarden opgeteld en gedeeld door het totaal aantal waarden.

Bij laborant A zijn de modale eiwitgehaltes % en %, is de mediaan % en is het gemiddelde eiwitgehalte %.
Je noteert het gemiddelde van een steekproef wel als .
In plaats van mag je natuurlijk ook een andere letter gebruiken, zoals voor eiwitgehalte.
De mediaan is het middelste getal in een boxplot.

Al deze centrummaten zeggen iets over de juistheid van de metingen. Als bijvoorbeeld het gemiddelde van de steekproef afwijkt van het werkelijke gemiddelde van de populatie, dan is de juistheid , waarbij de verticale streepjes aangeven dat dit getal altijd positief wordt genomen.

Opdracht
Opdracht
Opdracht
Annuleren