Snelheid (gemiddelde snelheid) bereken je door de afgelegde afstand te delen door de tijd:
Hierin is:
Een formule zoals kun je in drie vormen schrijven, afhankelijk van welke grootheid je wilt berekenen.
Daarbij werk je met de balansmethode: beide zijden van het isgelijkteken dezelfde bewerking uitvoeren.
Op deze manier kun je formules met breuken herleiden. Soms moet je eerst nog met die breuken rekenen, dat zie je in de voorbeelden.
Weet je twee van de drie variabelen, bijvoorbeeld km/uur en km (de lengte van de Afsluitdijk), dan kun je berekenen. Het liefst gebruik je dan de vorm uur.
Maar ook als je alleen de eerste vorm hebt, kun je uitrekenen:
beide zijden
Nu gebruik je de balansmethode om een vergelijking op te lossen.