Twee kaarsen worden tegelijk aangestoken.De eerste kaars is cm en wordt elk uur cm korter.De tweede kaars is cm en wordt elk uur cm korter.Noem je de brandtijd in uren , dan geeft de vergelijking aan wanneer de kaarsen even lang zijn.
Bereken nu wanneer deze twee kaarsen even lang zijn. Ofwel: voor welke waarden van is deze vergelijking waar?
Maak een tabel en een grafiek bij en .
Je ziet nu dat de oplossing tussen en zit. Je maakt dan een nieuwe tabel tussen en met in één decimaal.
Nu vind je dat de oplossing tussen en zit. Op gehelen afgerond krijg je . De kaarsen zijn dus na ongeveer zes uur even lang.
Wil je het antwoord nog nauwkeuriger krijgen, dan maak je een tabel tussen en met in twee decimalen. Je vindt dan de oplossing tussen en . Op één decimaal nauwkeurig wordt je antwoord . De kaarsen zijn dus na ongeveer uur even lang, dat is na uur en minuten ( maal minuten).
Wil je een nog nauwkeuriger antwoord, dan maak je een tabel tussen en met in drie decimalen.
En zo kun je eindeloos doorgaan. Deze procedure heet inklemmen.