Als je wilt weten welk deel groter is, moet je breuken vergelijken.
deel is minder dan deel. Je schrijft: . Het teken betekent: is kleiner dan.
deel is meer dan deel. Je schrijft: . Het teken betekent: is groter dan.
Als je en met elkaar wilt vergelijken, moet je de breuken eerst gelijknamig maken. Je maakt dan de noemers van beide breuken gelijk: en dus: .
Je weet: en en bijvoorbeeld .
Breuken met als noemer kun je als decimaal getal schrijven.
Ook andere breuken kun je als decimaal getal schrijven:
Je ziet dat je er dan eerst een breuk met als noemer , of , of van moet maken. Je rekenmachine doet dit snel met een deling.