Btw is de afkorting voor belasting toegevoegde waarde. Die belasting betaal je meestal bij het kopen van een product of dienst. De belastingdienst maakt onderscheid tussen luxe artikelen (% btw) en basisartikelen (% btw) zoals brood.
Je zus koopt een elektrische scooter. De winkelier verkoopt deze voor € 2250,00. Dit is de prijs zonder btw (dat heet exclusief btw). Hij moet % btw rekenen: de scooter kost daarom % meer. Hij kost dan: euro inclusief btw.
Meestal zet de winkelier de prijs al meteen inclusief btw op het artikel. Je koopt een fiets en je betaalt € 900,00 inclusief % btw. Hoeveel btw heb je dan betaald?
De winkelier heeft de verkoopprijs berekend door de prijs zonder btw te vermenigvuldigen met . De prijs zonder btw krijg je dus terug door te delen door : euro. De btw is: euro.
Je kunt ook met een verhoudingstabel via rekenen.
Denk erom dat je nu niet% van kunt uitrekenen en dat van de aftrekken, want de € 900,00 is het bedrag dat tot stand komt nadat er % bij opgeteld is. Je moet dan op % stellen.