Rekenvoorbeelden:
Bij het werken met hele grote en hele kleine getallen gebruik je machten van 10 zoals: .Het getal is de exponent van de macht van .
Er zijn twee belangrijke notaties voor grote/kleine getallen:
Als vermenigvuldigingsteken gebruik je meestal de (hoge) punt.
Bij getallen vanaf tot gebruik je de gewone schrijfwijze.Je gaat niet bijvoorbeeld schrijven als of .